Niccolo
30 juni 2020 - Piancogno, Italië
Wim roept tijdens vakanties al jaren dat hij wil gaan wandelen en fotograferen bij zonsopkomst. In de praktijk betekent het heel vroeg opstaan en daarom is het er nog nooit van gekomen. Tot nu dan, want de wekker gaat om 4.30 uur. Even denk ik: verrek met je gouden uur, maar buiten beginnen de vogels te fluiten en Wim staat al naast het bed.
Eenmaal bepakt en bezakt buiten blijkt het enorm bewolkt waardoor er weinig goud in de lucht te zien is. Wandelen gaan we evengoed. Na een klein uurtje rijden komen we bij een bergketen en om half zeven zijn we al aan het zweten om de eerste van vier bergtoppen te beklimmen.
Het is een schitterend gebied met een enorme diversiteit aan planten en dieren. Het parcours is al minstens zo divers. We gaan dwars door dichtbegroeid bos waar het spinnenrag in ons gezicht blijft kleven en we en onze armen langs stekende struiken schampen. Er zijn flinke rotspartijen die we moeten trotseren en waarbij we onze juist aangeleerde klimtechniek goed kunnen gebruiken. We lopen door een koude kloof en in opperste concentratie over smalle bergkammen. Zo nu en dan puffen we uit in een prachtige bloeiende bergweide. Dit is genieten voor ons. Hard werken en zweten gecombineerd met prachtige vergezichten over het meer.
Tegen het middaguur breekt de zon toch een beetje door het wolkendek en is de temperatuur flink gestegen. Inmiddels hebben we de tweede bergtop achter ons gelaten en vinden we het genoeg voor vandaag.
Van vermoeidheid struikelen we zowat over onze eigen voeten. We kijken uit naar een frisse duik in ons zwembad en misschien nog een korte siësta. Maar dan begint Niccolo te piepen. Onze cinquecento die inmiddels duizenden kilometers kriskras door Italië heeft gesjeesd begint aan alle kanten alarmsignalen af te geven. Maar liefst drie knipperende lampjes. Hij heeft ons nog wel eerst netjes tot ons huisje gebracht.
‘Bel de garage’ staat er in het onderhoudsboekje. Gelukkig hebben we de Fiat pechhulp in het buitenland. Terwijl Wim belt hoor ik hem zeggen: ‘maar het is hier nogal afgelegen, ik denk niet dat er überhaupt een takelwagen kan komen.’
‘Een takelwagen?’ Ik schiet overeind. Dat gaat niet gebeuren. Ik laat onze Niccolo hier niet weghalen? En dan? We zitten in the middle of nowhere, zonder vervoer ben je hier verloren.
‘Kunnen we zelf niet naar een garage rijden?’ vraagt Wim die mijn gedachten volgt.
Morgen gokken we het erop. De dichtstbijzijnde Fiatgarage zit tachtig kilometer hier vandaan. Xenia, zo heet de lieve mevrouw van de pechhulp, heeft een afspraak voor ons geregeld. Het komt vast goed, maar we pakken even een baalmomentje. Het weer gaat vanaf morgen ook nog eens omslaan, dus een beetje zielig vinden we onszelf wel.
Hoe dan ook, Wim gaat zo pasta vongole maken, comfortfood. Dat met een goed glas wijn maakt het een stuk dragelijker.
Nu had Midsommer nog hulp bij autoproblemen in het pakket moeten hebben.❤😘
Good luck! Eh ik bedoel, Il bocco al lupo !