D-day

2 juli 2020 - Piancogno, Italië

Het is D-day voor Niccolo. Wim denkt bij voorbaat in worstcase scenario’s, ‘want dan kan het hooguit meevallen.’ Ik ga meestal uit van het beste scenario,  ‘want dan kan het hooguit tegenvallen.’

Na een rit van bijna twee uur door de bergen – het is al een goede indicatie dat Niccoló dit nog trekt - bereiken we de garage. De taalbarrière is geen probleem, Niccolo’s knipperende lampjes spreken voor zich. Wij worden naar een wachtruimte gedirigeerd en we zien ons autootje uit het zicht verdwijnen. Intussen horen we ze nog wel lachen over die Olandesi en hun coffeeshops.

Een kwartier later volgt de ‘diagnose’ via Google translate. Ze hebben het systeem gereset en het probleem is verholpen. We hoeven niets te betalen. Fiattrots en service van de zaak. Ik neem me voor om thuis nog een kaartje te sturen met daarop de tekst groetjes van de Olandesi met hun coffeeshops.  

En dan hebben we plots nog een dag in het verschiet. Het gemelde onheilsweer is uitgebleven dus het is een goed moment voor een boottochtje naar Monte Isola, een eilandje in het Iseomeer. Daarvoor moeten we opnieuw eerst twee uur door de bergen terug. Dak eraf en joelen van blijdschap: Yihaaaa.

20200701_122710-01

In het Iseomeer liggen meerdere eilandjes, Monte Isola is het grootste en bekendste. Vanuit het vaste land varen constant boten af en aan richting het eiland, we bereiden ons voor op Capri-achtige drukke toestanden en ik vraag me al af hoe we de 1 meter kunnen handhaven (In Italië geldt 1 meter afstand houden als richtlijn). Zorgen om niets, want tijdens een wandeling rond het eiland komen we hooguit een handjevol anderen tegen. Kennelijk is dit toch een aanzienlijk minder populaire bestemming dan Capri. Onterecht als je het mij vraagt, want het is een prachtig groen eiland met leuke dorpjes en gezellige terrasjes.

20200701_145038-01   20200701_154032-01

Het is toch nog bloedheet geworden en best afzien tijdens een wandeling rond het eiland. Gelukkig liggen er genoeg barretjes op de route. Volgens Wim kan ik verrassend snel lopen met het vooruitzicht van een aperol spritz. ‘Nee hoor,’ zeg ik, ‘ik vlucht voor die donkere lucht.’  Het is dat magische moment vlak voordat een onweer losbarst. De wind neemt in kracht toe, krekels vallen plotseling stil en de eerste druppeltjes zijn al voelbaar op je huid. Ik kan intens genieten van die ‘stilte’ voor de storm. Wel zo lekker dat we met een drankje onder de parasol zitten wanneer het eenmaal goed losbarst.

De bui duurt precies lang genoeg voor een tweede borrel en dan lopen we terug voor een restaurantje in de haven. Onze temperatuur wordt gecheckt en we worden gezond genoeg bevonden om een tafeltje aan het water te krijgen. We bestellen de vangst van de dag met een halve liter wijn. ‘Ik zet een hele fles voor u neer,’ zegt de gastvrouw, ‘als u hem half opdrinkt hoeft u hem ook maar voor de helft te betalen.’ Een meesterlijke zet, want we weten na een slok al dat die fles eraan gaat.

20200701_170551-0120200701_201545-01

Foto’s

2 Reacties

  1. Gerard Leenders:
    2 juli 2020
    Begin goed, eind goed dus. En dat sjoemelen met het afstand houden vind ik weer typisch Italiaans. 😂
  2. Johanna Cals:
    2 juli 2020
    Wel een avontuurlijke vakantie met de nodige "ups and downs". Ik begrijp dat jullie reisavontuur er weer bijna opzit. Jullie hebben je lekker kunnen laven aan aperol en wijn en genieten van uitstekende vismaaltijden. Ik zal jullie reisverslag missen. Het is net of ik zelf op vakantie bene met jullie. Goede terugreis!!